Bijzondere afwerkvormen

 

Glazuren

 

Glazuur wordt op de werkstukken aangebracht om het werk waterdicht te maken en om het te verfraaien. Er zijn verschillende soorten glazuur: glansglazuur, matglazuur, zijdeglansglazuur; al deze glazuren kennen een transparante en een dekkende vorm.

Bij deze glazuren kunnen kleuroxides of -pigmenten toegevoegd worden om het werkstuk een kleur te geven. Een bijzonder effect geven kleurkristallen. 

 

Met onderglazuur kan een tekening op het werkstuk aangebracht worden, waarna afwerking volgt met transparantglazuur.

Kortom de mogelijkheden zijn eindeloos.

 

Raku


Raku glazuren is een speciale manier van glazuren. De ontwerpen worden voorzien van raku-glazuur. Daarna gaan ze in een gasoven. Nadat het glazuur is gesmolten worden de voorwerpen uit de oven gehaald en meteen op de koude grond geplaatst. Door deze temperatuurswisseling krimpt het glazuur en gaat het craqueleren. 

Naked Raku 


Naked raku is in Amerika ontstaan na een foutieve manier van afwerken. Het resultaat was echter zo bijzonder dat men de 'fout' verbeterd heeft. Op die manier is er een nieuwe manier van afwerken ontstaan.
Het proces is dat men een biscuitgebakken pot die met sigillata is afgewerkt insmeert met een dunne kleilaag. Daarna is het proces van raku-stoken gevolgd zonder glazuur.

 

Saggar-stook

 

Saggar is Engels voor inpakken. De bedoeling is dat tijdens het verhitten geen verse zuurstof bij het werkstuk kan komen. Ik gebruik aluminiumfolie voor het inpakken.

Het werkstuk is afgewerkt met sigilatta en is biscuit gebakken. Daarna plak ik organische stoffen tegen de pot. Dat kan bijvoorbeeld met sisaltouw. In het voorbeeld heb ik de pot eerst ingesmeerd met kopersulfaat en kobaltsulfaat, daarop zeewier.
Daarna de pot ingepakt in folie en in de raku-oven gezet. De oven wordt dan verhit tot ongeveer 800 C° . Bij hogere temperatuur gaat het aluminium smelten en dat is niet de bedoeling. Doordat er zuurstofgebrek ontstaat, brandt het materiaal in de pot.

 

Inbranden

 

Het werkstuk is afgewerkt met sigillata en biscuit gebakken. Daarna wordt het werkstuk opnieuw in een raku-oven verhit tot ongeveer 200 - 300 C°. Het werkstuk wordt uit de oven gehaald en er wordt onmiddellijk paardenhaar op aangebracht. De haren branden in het werkstuk. Bij 300 C° krijg je een wazige lijn. Bij afkoeling van het werkstuk worden de lijnen steeds scherper. Als het werkstuk te koud wordt, gebeurt er logischerwijze niets meer.

Ik gebruik hiervoor paardenhaar omdat dat lang is en lekker vet. Maar in principe kan het ook met hondenhaar.